Free Fly Rookie Instruction Program : PART 2

Doelstelling :

Bewegingen in de vier assen
Als de Bff'er de basic-body houdingen onder de knie heeft kan die aan verplaatsingen denken. Er zijn acht (8) mogelijke verplaatsingen.

Voorwaarts in zithouding. Om kleine verplaatsingen te maken gaan we onze armen naar achter steken. Om iets grotere afstanden te overbruggen gaan we met de rug iets naar achter leunen. Dit werkt ook in stand-up.
Achterwaarts in zithouding. Hier gaan we onze armen naar voor steken.
Stijgen in zithouding. Hier gaan we op onze armen drukken om kleine hoogteverschillen goed te maken. Een groot hoogteverschil gaan we overbruggen door op de rug te liggen. Zeg maar upfloaten op de rug. Dit gebeurt steeds haaks op de initiator zodat je oogcontact blijft houden. Als de Bff'r niet haaks op de initiator vliegt kan de Bff'r gaan driften en zal die veel meer moeite hebben om bij de initiator te komen.
Dalen in zithouding. Hier gaan we onze benen iets strekken. In extremis gaan we in stand-up. Het gevaar hier is dat de Bff'er in het begin moeilijk zijn daalsnelheid kan inschatten en steeds te laag zal uitkomen. Dus begin steeds met de oefening waar de Bff'er naar boven moet komen.
Voorwaarts in Head-Down. Als het nu in Daffy of in regular is, in beide gevallen gaan we met ons stuurbeen de verplaatsing inzetten door ons been iets naar achter te brengen. We remmen door onze beide knieen met een korte beweging naar voor te duwen om dan dadelijk terug in een basic-body houding teug te keren. Hamer erop dat deze verplaatsing een hoge snelheid kan geven en dat we steeds in korte verplaatsingen werken.
Achterwaarts vliegen in Head-Down. Hier gaan we ons stuurbeen naar voor duwen. Om de beweging te stoppen gaan we onze hielen naar achter drukken om dan te eindigen in de basic-body houding. Hier werken we ook steeds met kleine bewegingen.
Stijgen in Head-Down. Om een klein hoogteverschil te overbruggen gaan we da benen zo ver mogelijk uit elkaar duwen zonder de symmetrie van de benen te beinvloeden. Om een iets groter hoogteverschil te overbruggen gaan we tegelijkertijd met onze armen drukken. Echt grote verschillen kunnen we beter in zithouding weg werken.
Zakken in Head-Down. Hier gaan we onze armen iets naar ons lichaam toe brengen. Hoe meer afstand dat we moeten overbruggen hoe dichter dat we onze armen naast ons lichaam brengen. Let op de snelheid. Hier gaat de Bff'er ook de neiging hebben om te diep te gaan.
Hamer er op dat de Bff'er nooit naar u mag mikken bij elke verplaatsing maar zijn target vlak naast u neemt.

Je kan moeilijk in één sprong deze acht bewegingen oefenen. De Bff'er zal de Head-down houding nog niet helemaal onder de knie hebben. Kies daarom twee bewegingen in de zit houding naargelang de ervaring van de Bff'er. Leg bij de briefing elke beweging uit en laat kan de Bff'er nadien zelf oefenen.

De sprong :

Bij voorkeur weer een gelinkte exit met de Bff'er, deze keer heeft de Bff'er zijn rug in de propwind. De Bff'er zal nu een goede Head-Down houding moeten aannemen zolang de initiator de Bff'er nog vast heeft. Laat geleidelijk de Bff'er los en bekijk de houding. Als de Bff'er enkele seconden mooi op zijn hoofd blijft staan heeft die de vorige sprong goed begrepen. De Bff'er moet dan, per toeval of niet, naar een zithouding komen. Hoogst waarschijnlijk zal hij of zij niet op level zijn na die naar de zit houding is gekomen. Laat de Bff'er het levelwerk doen. Dit is het doel van de sprong. Het levelwerk steeds in zithouding. Eens op level laat de Bff'er dan naar achter vliegen. Dit op heading. Daarna uiteraard terug komen.
Einde oefening op 5500 ft.
Afzwaaien op 4500 ft.en tracking haaks op de vliegas.
Houd tijdens de sprong steeds oogcontact.

Debriefing :

Vraag aan de Bff'er om zelf de sprong te beoordelen en zelf de eventueel gemaakte fouten te omschrijven
(+ reden en correctie)
Hamer er steeds op dat de basisbeginselen van de FFrip in elke sprong primair is. Veiligheid voorop(zie inleiding).
Duid op elke fout van de basic-body houding en op de uitgevoerde bewegingen.
Leg de Bff'er goed uit waarom het belangrijk is dat hij of zij een paar sprongen op zichzelf doet om aan andere bewegingen te werken.

GOTO PART 3